Skip to main content

Termen in Problemen

Welke problemen worden door een klinisch psycholoog behandeld?

B

  • Borderline persoonlijkheidsstoornis (2)

    De borderline-persoonlijkheidsstoornis is een van de in het DSM-IV genoemde persoonlijkheidsstoornissen.

    Iemand met de borderline-persoonlijkheidsstoornis heeft vaak een laag gevoel van eigenwaarde en een sterke neiging tot extreme oordelen. In relaties met vrienden en/of partner is het vaak alles of niets, vaak eerst alles en daarna plotseling niets.

    Het lage gevoel van eigenwaarde leidt soms tot zelfbeschadigend gedrag (automutilatie, bijv. zichzelf bewust snijden of branden), ook in combinatie met manipulatie, maar sommige Borderline-patiënten proberen hun onzekerheid te overschreeuwen door provocerend gedrag, waarbij je juist geen onzekerheid zou verwachten.

    Soms treedt er dissociatie op: mensen met borderline kunnen af en toe even heen zijn, voor een bepaalde tijd niet meer in de realiteit. Het lijkt dan alsof zij zichzelf in een film zien acteren. Dissociatie is een vluchtmechanisme om de emoties onder controle te houden. Het treedt meestal op als de stress teveel wordt.

    Veel borderliners leven met de angst om verlaten te worden (ook als hiervan reëel geen sprake is). Zelfs in een groep mensen kunnen ze zich eenzaam voelen.

  • Burnout (2)

    Het begrip burnout is een containerbegrip voor verschillende ervaringen. Burnout manifesteert zich in een reeks vage klachten. De ene persoon ervaart een burn-out als complete lusteloosheid en uitputting, de andere heeft last van overdreven emotionaliteit en depressieve gedachten. Belangrijk is het tijdig herkennen van de oppervlakkige symptomen en vage klachten waardoor je alsnog op tijd kan ingrijpen.

    Het centrale element bij burnout is het verstoord evenwicht tussen de eisen van het werk en de persoonlijke behoeften. Je kunt het een beetje vergelijken met een elastiekje dat zijn rekkracht verloren heeft omdat er te hard aan getrokken is.